Amsterdam 750 • Week 6

Geschreven door Plint

21 mei 2025
Leestijd 3 minuten

Het is de laatste les van DICHTER. over het jubileumjaar in Amsterdam. Deze week lees je meer over de vroegere inwoners van onze hoofdstad: de waardijns van het Amsterdamse lakenbereidersgilde.

Zes waardijns van de lakenen, 1599. Pieter Pietersz. (1540 – 1603), olieverf op paneel, 108 x 143 cm, Rijksmuseum Amsterdam.
De mannen zijn genummerd van links naar rechts, 1 tot en met 6.
Kijk naar dit schilderij.
Wie van de mannen is het oudst, denk je?
Schrijf zijn nummer op. 
Doe het zelf, in stilte, zonder overleg met een ander. 
Hoe oud schat je die man? 
Schrijf zijn leeftijd op. 
Wie van de mannen is het jongst, denk je?
Schrijf het nummer op en schat zijn leeftijd. 
Wie denk je dat het slimst is? 
Nummer opschrijven.
Wie heeft de mooiste kraag?
Nummer!
Wie heeft de mooiste kleur ogen?
Nummer!
Kies een van de mannen uit als jouw oom.
Nummer!
Geef jouw oom een naam. 
Wat zou je willen weten van je oom? 
Schrijf een vraag op.
Vergelijk jouw antwoorden met de antwoorden van iemand anders.

Wat hebben jullie hetzelfde en wat niet?

 

🖼️ Over het schilderij

Het groepsportret is met olieverf geschilderd in 1599 door Pieter Pietersz. (geboren in 1540 in Antwerpen, overleden in 1603 in Amsterdam). De z bij zijn achternaam betekent ‘zoon’. Zijn vader heette namelijk ook Pieter: Pieter Aerts. Hij was ook schilder en hij leerde zijn zoon het vak. 

Wie zijn die mannen eigenlijk?

De mannen op het schilderij zijn waardijns van de lakenen. Op de eerste rij hun namen van links naar rechts: Jacob Jansz Benningh, Lambert Pietersz., Hendrick Servaesz., Gijsbert Michielsz. en Hendrik Boelensz. De man linksboven is de knecht Thomas Prins.

Het gilde van de lakenen was een vereniging van ambachtslieden die laken maakten: een wollen stof die eerst werd geweven en vervolgens verviltHet werd meestal blauw of zwart geverfd, en laken glansde en was lekker warm. Om bij het gilde te horen moesten leerlingen een meesterproef afleggen. Die werd gecontroleerd door de waardijns, de proefmeesters. Ze keken of de nieuwe leden goed werk afleverden. Hoe is de kwaliteit van de wol? En is het weven en verven goed gegaan? Ook de oudere leden werden steeds gecontroleerd of hun laken een goede kwaliteit had. De waardijns gebruikten daarbij ‘stalen’. Dat zijn proeflappen om de lakens te vergelijken. Meer dan een halve eeuw later, in 1662, maakte Rembrandt ook een groepsportret van waardijns. Dat beroemde schilderij hangt ook in het Rijksmuseum, in de Eregalerij, en het heet De staalmeesters
Rembrandt van Rijn, De waardijns van het Amsterdamse lakenbereidersgilde, bekend als ‘De Staalmeesters’, olieverf op doek, 1662. 191,5 x 279 cm, Rijksmuseum Amsterdam.